Depuis 8 mois, la classe ouvrière belge mène une lutte massive contre les plans d’austérité des gouvernements fédéral et régionaux (26 milliards d’euros) à travers une succession de manifestations et de journées générales de grève mensuelles, entrecoupées de grèves et de manifestations dans certains secteurs (les chemins de fer, l’enseignement ou encore le secteur public...). Une nouvelle « journée de grève générale » est prévue le 25 juin prochain, juste avant les mois d’été. Il est donc temps de dresser un premier bilan.

La dynamique internationale du mouvement en Belgique ?
Les « économies » budgétaires qui touchent toutes les couches et tous les secteurs de la classe ouvrière, mais aussi la résistance massive qui s’y oppose, doivent être replacées dans un contexte historique et international : la crise de surproduction du système capitaliste, qui s’accélère dans la période actuelle de décomposition du système et oblige la bourgeoisie mondiale à s’attaquer à la classe ouvrière. Les manifestations de la putréfaction du capitalisme, telles que les guerres, les catastrophes écologiques... et les coûts qu’elles entraînent, renforcent à leur tour cette nécessité. La résistance à cet état de fait en Belgique n’est pas non plus une spécificité. Elle s’inscrit dans une dynamique historique et internationale importante, dans laquelle la classe ouvrière n’accepte plus passivement la dégradation continue de ses conditions de vie et de travail depuis des décennies. Lancé au Royaume-Uni en 2022, ce mouvement de lutte connu aujourd’hui sous le nom de « l’été de la colère », a été suivi en France, aux États-Unis, au Canada, en Allemagne... et en Belgique.

En Belgique, la résistance ouvrière s’est immédiatement manifestée dès les premières rumeurs de « sacrifices sociaux », avant même que les mesures concrètes ne soient annoncées, et à chaque mobilisation, les travailleurs se sont présentés en nombre toujours plus important pour culminer, lors de la journée d’action de janvier, à 100.000 manifestants. Issus de tous les secteurs (public et privé), de Flandre et de Wallonie, ils ont exprimé leur volonté de dépasser les clivages sectoriels et régionaux et de mener une lutte globale contre les attaques.
Quels sont les obstacles qui freinent le mouvement de lutte ?
Les syndicats, qui depuis le début du mouvement fin 2024 ont organisé toutes sortes d’actions pour ne pas perdre le contrôle, ont lancé à partir de février 2025 une contre-offensive visant à saper la dynamique de lutte. À partir de ce moment, la division du mouvement et la discorde sont organisées (grèves dans certains secteurs avec des revendications spécifiques, division entre les syndicats, report d’une grève générale de tous les secteurs à six semaines plus tard, accent mis par les médias sur la perturbation des transports publics et des services, sondages d’opinion visant à démontrer que la population soutient les mesures gouvernementales, etc.

De plus, la bourgeoisie et les médias insistent sur la gravité du contexte international. La crise, la guerre des droits de douane, la nécessité des coûts de l’économie de guerre et le développement de l’armement seraient inévitables, le message étant que les mesures d’austérité sont nécessaires et que la lutte est donc inutile.

Quelles perspectives pour la lutte et quelle responsabilité pour une organisation révolutionnaire ?
La bourgeoisie parviendra-t-elle, par le biais des syndicats, à briser le mouvement de lutte avant la période estivale, comme elle l’espère, ou une dynamique de réflexion s’amorcera-t-elle au sein de la classe ouvrière à partir de l’expérience de lutte passée ? Les travailleurs continueront-ils à compter sur les syndicats pour organiser la lutte ou s’opposeront-ils au sabotage de la lutte par les syndicats ? Continueront-ils à limiter la lutte à des revendications sectorielles ou régionales ou établiront-ils de plus en plus le lien entre la modération salariale et la réduction des allocations sociales d’une part, et l’augmentation gigantesque des budgets militaires d’autre part ? Et enfin, quelle est la responsabilité de l’organisation révolutionnaire dans ce contexte ?

Venez en discuter avec le CCI lors de sa Réunion Publique à Bruxelles, le 28 juin 2025 de 14h00 à 18h00
Adresse : Pianofabriek- Fortstraat 35, 1060 Saint-Gilles
Lisez aussi l’article sur le mouvement de lutte en Belgique :
https://fr.internationalism.org/content/11586/belgique-classe-ouvriere-lutte-face-a-crise-et-a-pression-du-militarisme

Sinds 8 maanden voert de arbeidersklasse in België massaal strijd tegen de besparingsplannen van de Federale en regionale regeringen (26 miljard euro) door middel van een opeenvolging van betogingen en maandelijkse algemene stakingsdagen, afgewisseld met stakingen en demonstraties in bepaalde sectoren (de spoorwegen, het onderwijs of nog de publieke sector...). Een volgende ‘algemene stakingsdag’ is gepland voor 25 juni e.k., net voor de zomermaanden. Tijd dus om een eerste balans op te maken.
De internationale dynamiek van de beweging in België ?
De budgettaire ‘besparingen’ die alle lagen en sectoren van de arbeidersklasse treffen, maar ook het massale verzet ertegen moeten we in een historische en internationale context plaatsen : de overproductiecrisis van het kapitalistisch systeem, die in de huidige periode van ontbinding van het systeem een versnelling kent en de bourgeoisie wereldwijd dwingt om de arbeidersklasse aan te vallen. De uitdrukkingen van de verrotting van het kapitalisme zoals de oorlogen, ecologische rampen... en de kosten die ze meebrengen verscherpen op hun beurt die noodzaak. Het verzet hiertegen in België is ook geen specificiteit. Het maakt deel uit van een belangrijk historisch en internationale dynamiek, waarbij de arbeidersklasse de voortdurende achteruitgang van haar levens- en werkomstandigheden sedert decennia niet meer passief onderging. Zij startte in de UK in 2022 die strijdbeweging die vandaag bekend staat als ‘de zomer van de woede’ heeft navolging gekend in Frankrijk, de US, Canada, Duitsland... en België
In België kwam het arbeidersverzet meteen op gang vanaf de eerste geruchten over sociale “offers”, alvorens zelfs de concrete maatregelen bekendgemaakt werden en bij elke mobilisatie kwamen de arbeiders steeds massaler opdagen om in de januari-actiedag te culmineren tot 100.000 manifestanten. Komende uit alle sectoren (openbaar en privé), uit Vlaanderen en Wallonië gaven ze uiting aan hen wil om de sectorale en regionale opsplitsing te overstijgen en om een globale strijd tegen de aanvallen te voeren.
De hindernissen die de strijdbeweging inperken ?
De vakbonden die van bij de start van de beweging eind 2024, allerlei acties organiseerde om de controle niet te verliezen gingen vanaf februari 2025 in de tegenaanval om de strijddynamiek te ondergraven. Vanaf dan wordt de opsplitsing van de beweging en de verdeeldheid georganiseerd (stakingen in bepaalde sectoren met specifieke eisen, verdeeldheid onder de vakbonden, een algemene staking van alle sectoren wordt uitgesteld tot 6 weken later, de media legt de nadruk op de verstoring van het openbaar vervoer en diensten, opiniepeilingen die moeten aantonen dat de bevolking de regeringsmaatregelen steunen, ...).
Daarenboven benadrukken de bourgeoisie en de media de ernst van de internationale context. De crisis, de tarievenoorlog, de noodzaak van de kosten voor de oorlogseconomie en de uitbreiding van de bewapening ontwikkelen, zijn nu eenmaal onvermijdelijk, m.a.w. de boodschap is dat de besparingsmaatregelen noodzakelijk zijn en de strijd dus nutteloos.
De perspectieven voor de strijd en de verantwoordelijkheid van een revolutionaire organisatie ?
Zal de bourgeoisie via de vakbonden erin slagen om de strijdbeweging te breken met de zomerperiode in het vooruitzicht, zoals ze hoopt, of komt er een overdenkingsdynamiek op gang binnen de arbeidersklasse vertrekkende van de voorbije strijdervaring ? Blijven de arbeiders vertrouwen op de vakbonden om de strijd te organiseren of verzetten ze zich tegen de sabotage van de strijd door de bonden ? Blijven ze de strijd beperken tot sectorale of regionale eisen of leggen ze steeds meer de link tussen de matiging van de lonen en de beperking van de sociale toelagen enerzijds en de gigantische toename van militaire budgetten anderzijds ? En tenslotte, wat is de verantwoordelijkheid van de revolutionaire organisatie in deze context ?

Kom hieromtrent met de IKS discussiëren !
Openbare Bijeenkomst in Brussel
Datum : 28 Juni 2025
Adres : Pianofabriek- Fortstraat 35, 1060 Saint-Gilles
Uren : Van 14u00 tot 18u00

Link artikel met betrekking tot de strijdbeweging in België :
De arbeidersklasse onder druk van de crisis en het militarisme | Internationale Kommunistische Stroming